Milonga is niet alleen de naam van de Argentijnse dansmuziek waaruit de tango is ontstaan, maar ook van de gelegenheden waar de tango wordt gedanst. Een mix van verhalen uit Afrika en Andalusië, met passie en elegantie gebracht. De naam zou zijn oorsprong vinden in het woord mulonga, Kimbundu (Bantoe dialect) voor het kritiek geven met woorden, een voortijds rappen zeg maar, maar het omvat ook verleiden en overtuigen.
In Argentinië is er een milonga campera (platteland) en een milonga urbana (stad), vooral deze laatste ligt aan de basis van de tango. Aanvankelijk werd in Argentinië de muziek vooral gespeeld op vihuela’s en later op gitaar. Het zijn de gaucho’s die de milonga over geheel zuidelijk Zuid-Amerika verspreid hebben, van Brazilië tot Patagonië.
Eind 19de eeuw werd het voor Argentijnse grootgrondbezitters wettelijk mogelijk om grote stukken land af te spannen met omheiningen via een wet die “Conquista del Desierto” werd genoemd. Daardoor werden veel gaucho’s, die nomaden waren, gedwongen om naar de steden te trekken, waar ze vooral in de armere wijken “conventillo’s” terecht kwamen. De milonga campera evolueerde naar milonga urbana en zowel op straat als in dansgelegenheden werd aanvankelijk de tambo en dan de tango gedanst. De tambo, een dans van de zwarte bevolking, de tango de dans van de compadritos waarbij de mensen mekaar omarmden en dichter bij elkaar dansten.